De Volkskrant

Olaf Tempelman speurt naar boeken over eigentijdse fenomenen.Frits Bolkestein karakteriseerde Jan Pronk ooit als volgt: ‘Een man van wie alles anders moet en graag voor half één vanmiddag.’

Uit de ideologische omgeving van Pronk komt de volgende karakterisering van Bolkestein: ‘De door Shell zelve gezonden zoon om Nederland van de linkse zonde te redden.’

Stel dat ze het over zichzelf hadden gezegd: dat Pronk een speech had besloten met ‘Kortom, alles moet anders en graag voor half één vanmiddag’, en Bolkestein met ‘Neem dat aan van de zoon van Shell’. Behalve dat ze hun publiek een moment van comic relief hadden bezorgd, hadden ze hun ideeën gerelativeerd, in andere woorden: een minder grote geldingskracht meegegeven. Hetzelfde zou gebeuren als Marcel van Dam een column zou besluiten met: ‘Fijn doorgedramd over dezelfde dingen als altijd’, en Paul Cliteur met: ‘Zoals u weet heb ik geen speelse geest’.

De in eigen beheer uitgegeven bundel Morgenlicht van de Amsterdamse schilder en schrijver Abraham Lüttger bevat een reeks fraaie aforismen over de grap. Humor maakt kleiner, doet grote gedachten verschrompelen. Waar ironie is, klaart de lucht meestal op. Wie over een idee een grap maakt, creëert en passant ruimte voor andere ideeën.

Mensen met een helder wereldbeeld doen er om die reden zelden aan. Wie weet hoe het zit, maakt geen grappen, althans niet over datgene waarvan hij of zij weet hoe het zit. Ayn Rand, Che Guevara: bevlogen en humorloos. Wat je ze moet nageven, is dat het hen gelukt is serieus te worden genomen, net als Neelie Kroes trouwens. Over haar wordt gezegd dat waar ze ook vergadert, de mannen meteen bij haar binnenkomst stoppen met lacherige onderonsjes. Zelfs al ze poogt te glimlachen, breekt het ijs niet. Iets tegenovergestelds gebeurt bij de Belgische kleinkunstenaar Urbain Servranckx, ook bekend als Urbanus van Anus. Over hem gaat het verhaal dat hij in sombere toestand bij een advocaat binnenkwam om zijn scheiding te regelen. De advocaat barstte in lachen uit: ‘Anders nog iets, meneertje van Anus?’

Woody Allen gaf in 1992 een persconferentie over de breuk met Mia Farrow. Allen was aangeslagen, maar dat voorkwam niet dat mensen al bij zijn opkomst begonnen te lachen. Het oeuvre van Allen bevat meer diepgang, inzicht en mensenkennis dan dat van Marx of Francis Fukuyama, maar wordt minder serieus genomen. Dat kan komen door de grappen die op vrijwel elk idee en inzicht worden losgelaten. Humor doet met Belangrijke Ideeën zoiets als wat de guillotine deed met Franse revolutionairen. Wat resteert is stukken minder indrukwekkend.

Bron: De Volkskrant, 15 juni 2013